donderdag 29 december 2011

Wat te doen met het leven.

Goed.

De kerstdrukte is voorbij.
Het is vakantie.
Ik heb net ontbeten met crackers met roomboter en suiker (geen fatsoenlijk ontbijt) en de Elle gelezen.

Ik kan er niet onderuit: het is schrijftijd. Er zijn geen excusen meer. Er is tijd. Er is een laptop met een volle accu. Er is koffie.

Eigenlijk is het ook een beetje goede-voornemens-tijd. Want NYE (zoals iedereen dat tegenwoordig noemt) komt er weer aan. Ik heb al jaren geen goede-voornemens-lijstje meer, want het is ieder jaar hetzelfde met sporten en minder ongezond leven enzo. Maar dit jaar, jongens en meisjes, pak ik het héél anders aan.

Een tijdje geleden ben ik namelijk begonnen met een heel ander soort lijstje. Ik ben een lijstje aan het maken met alles wat ik meegemaakt, gezien en gedaan wil hebben. Ik heb voor mezelf besloten dat, wanneer ik alles van het lijstje gedaan heb, mijn leven succesvol en geslaagd is. Misschien is het wel nuttig om een doel in je leven te hebben ofzo. Volgens de theorie van The Secret moet je er eigenlijk een moodboard bij maken, met plaatjes.

De laatste keer dat ik ging knutselen plakte ik mezelf vast aan de tafel, dus dat doen we maar niet.

Het doel van het opschrijven is in ieder geval dat ik nooit meer kan vergeten wat ik nou zo graag wil bereiken in het leven (want geloof me: ik denk heel vaak 'dat moet ik nou eens doen!', om het vervolgens weer te vergeten). Tot nu toe is mijn lijst niet grandioos lang (stiekem dacht ik binnen no time honderden wensen opgeschreven te hebben, maar helaas).

Ik heb er nu zes:

1. Oesters eten (ja ongelooflijk, maar dat heb ik dus nog nóóit gedaan)
2. Die kerk binnengaan (er is zo'n kerk in stad S., waar ik al jaren dagelijks langs rijd/wandel/fiets en waar ik dus nog nooit binnen ben geweest en die er juist heel theatraal en oud en dus uitnodigend uit ziet).
3. De piramides zien
4. Een tropisch eiland zien (Hawaï, Malediven, Bali: in ieder geval met een blauwe zee, witte stranden, zon en tropische beplanting)
5. Een ballonvlucht maken
6. Heel erg lang haar hebben (dat wil ik nu al jaren, maar ik blijf er te veel af laten knippen bij kapper S.)

Ik geloof niet dat drie tot en met zes op de korte termijn haalbaar zijn, dus ik start maar met de oesters en de kerk. Wie mee wil doen: meld u aan!



En verder wens ik jullie allemaal een spetterend 2012 met een lekker lelijk plaatje!

maandag 5 december 2011

Decemberdipje.

Tja, er zijn twee weken voorbij.
Ik wil telkens een nieuw stukje beginnen, maar het lukt me maar niet.

Dat is echt vervelend.

Ik heb het gewoon zó ontzettend druk. Het is verschrikkelijk. Iedere dag school van negen tot vier en dan heb ik nog werk en stage. Op zondag ben ik ook al niet meer vrij, want dan maak ik huiswerk waar ik doordeweeks geen tijd voor heb.
Ik heb zelfs alle voorpret van Sint gemist. Ik heb geen Piet gezien en vraag me af of ze uitgestorven zijn.

Ik wilde wel iets schrijven, maar ik weet niet goed waarover. Mijn stage levert leuke verhalen op, maar ik heb geheimhoudingsplicht en mag er dus niet over schrijven. Uitstapjes en uitgaan hebben ook niks aan materiaal opgeleverd. En op school en op mijn werk gebeurt ook niet veel lolligs, dus dan houdt het wel een beetje op.

Het is even de decemberdip, denk ik. We moeten weer gezellig doen, want-het-is-bijna-kerst-en-vrede-op-aarde-enzo en met gezelligheid komt drukte. Geef me even wat tijd en er komt wel weer iets.

Om aan al dat depressieve nieuws een einde te maken, heb ik nog wel even een blij nieuwtje. Ik heb kaartjes voor Kasabian!
In maart kan ik in ieder geval Amsterdam onveilig maken.



Oh baby, I was born,
With a fast fuse.
I got no time to love,
Just a city to abuse.

woensdag 16 november 2011

Tai Hatsjie.

De laatste tijd ben ik een beetje op het spirituele pad. Niet dat ik horoscopen en tarotkaarten nu plots wel serieus neem, maar op zich is het best grappig en informerend.

Toch?

Ik wilde ook heel graag op yoga, maar dat was erg duur. Dus bleef het maar bij baantjes zwemmen met vriendin C. (overigens niets mis mee, hartstikke gezellig en sportief en niet zo vermoeiend). De laatste tijd gingen vriendin C. en ik niet meer zo regelmatig. Het water is nogal koud en na een half uur heen en weer zwemmen vertrokken we meestal naar de MacDonalds.

Gisteravond besloten we toch maar weer eens te gaan. We wilden een kaartje kopen bij de kassa van het zwembad, toen de badjuf plots vroeg: 'Komen jullie voor baantjes zwemmen of voor tai chi?'
Ik trok mijn wenkbrauwen op. Vriendin C. vroeg: 'Word dat gegeven in dat warme bad?'
De badjuf zei: 'Eh... Ja?'

En zo gingen we dus tai chi in het water doen. Vriendin C. zocht warmte. Ik zocht spiritualiteit.

Het water was inderdaad warm. De TL-balken waren uit en het zwembad werd zwoel verlicht. Er was Chinese muziek. En er waren veel oudere (dikke) mensen. Maar ja, je kunt niet alles hebben. De tai chi-juf verwelkomde ons. Ze bleef maar 'taaaaai SJIE' zeggen, alsof ze moest niezen of alsof Tai Chi een of andere Chinese maaltijd was. Ik vond het wel vreemd dat ze de naam van haar eigen sport verkeerd uitsprak, maar er was ten minste Chinese muziek.

Even later begonnen we dan echt met tai chi. Het was alleen een beetje jammer dat de juf de instructies oplas van een Word-documentje, maar het water was warm en er was nog steeds Chinese muziek. 'Pak de bal en haal naar voren.' zei de juf. Ik zocht naar de bal, maar er waren geen ballen. Oh wacht, het moest een denkbeeldige bal zijn. Aha. Oh, de bezemsteel. 'Leun op de bezemsteel.' Hoe kun je op een denkbeeldige bezemsteel leunen? Ik probeerde af te kijken bij de oudjes, maar die deden allemaal iets anders. Bij 'afweren' deden drie vrouwen hun armen in de lucht, terwijl een ander weer woest water opzij duwde. Niemand wist meer wat hij deed.

Na afloop van de les, vond een ouder vrouwtje ons toch best zielig. Ze legde uit dat de echte 'taai sjieeee mevrouw' al een tijdje ziek was en dat deze juf een vervangster was. Maar... Het oude vrouwtje wist wel hoe het moest en dat wilde zij ons graag laten zien. Vriendin C. en ik moesten zeker tien minuten naar haar demonstratie kijken.

Als ik oud word, dan wil ik echt niet dat mijn tieten zo in het rond zwaaien.



Uiteindelijk moet ik toegeven dat het best leuk was. Ik voelde me zelfs een beetje Zen. Mijn horoscoop had mij een creatieve dag beloofd en ik vond tai chi best creatief. Je moet toch maar zelf uitvogelen wat je met die onzichtbare bal moet, toch?

donderdag 3 november 2011

Het is weer zover.

Ik zet kopjes kamillethee voor de rust.
En koffie voor energie.
Mijn douchegel met lotus zou mij een 'zen-gevoel' moeten beloven.
Ik kijk Zen-TV (dat bestaat, ja). Dat is wel een dieptepunt.

Het is weer zover, hoor.
Tentamenweek.

Iedere keer weer, denk ik dat het niet erger kan dan de afgelopen tentamenweek. Maar dat kan wel, hoor. Ik worstel me weer door allerlei reflecties heen van een of ander project (probeer jij maar eens een inhoudsopgave te maken voor een verslag met meer dan dertig hoofdstukken en 70 pagina's). Verder heb ik volgende week vijf tentamens, waarvoor ik acht boeken uit mijn hoofd moet leren. Ik ben een week van tevoren begonnen met leren, wat daadwerkelijk een record voor mij is. Ik denk dat het niet veel schrijven wordt voor mij de komende tijd.
Ik ben een soort kluizenaar geworden.

Het is tijd voor een beetje zielige muziek van een goede, doch zielige film en zelfmedelijden en nog maar eens een kopje kamillethee.


dinsdag 25 oktober 2011

Verdriet in de rookruimte van de Ikea.

Gisteravond besloten R. en ik even langs de Ikea te gaan.
Meestal zitten we vol schitterende woonideeën, maar komen we met niets thuis. En zo ging het gisteravond ook.

Na een teleurstellende zoektocht naar een kast die ons leven zo veel makkelijker zou moeten maken, strandden we in het restaurant met een kop koffie en twee maal een Kassett.

Dat was best sip, te bedenken dat drie bejaarden stiekem nog een poging deden onze Kassett te stelen.



R. wilde ook nog wel graag een sigaretje in de rookruimte van de Ikea roken. Normaal zit daar niemand. Het rookhok heeft namelijk glazen wanden en als roker moet je stevig in je schoenen staan om daar te gaan roken. Er kijken steevast boze ouders met jonge kinderen naar je. Maar gisteravond was dat niet zo. Er waren zo waar twee andere stelletjes in het rookhok en de asbak was overvol (R. vertelde later dat Ikea-medewerkers de asbakken niet mogen legen, omdat dat volgens de reglementen van het anti-rookbeleid hun gezondheid zou kunnen aantasten). Tegenover ons zat een vrouw met oranje haar en blauwe oogschaduw. Naast haar haar veel te jonge vriend met man-Uggs (die dingen zouden sowieso verboden moeten worden).

Er kwam nog een man het rookhok binnen en hij raakte in gesprek met de vrouw met het oranje haar. Ik denk dat ze elkaar kenden. Ze praatten een tijdje over bloemetjes en bijtjes. Hij klaagde over de asbakken.

'Altijd vol die dingen! Altijd hetzelfde liedje hier! In andere zaken hebben ze van die mooie grote prullenbakken voor sigaretten.'

'Ja inderdaad. Het ziet er niet uit.'

'Ik heb wel eens gevraagd of ik hier als vrijwilliger mag komen werken. Om de asbakken te legen. Maar dat mag niet van het bestuur.'

'Oh, echt niet?'

Ik vroeg me af waarom iemand vrijwillig bij de Ikea asbakken zou willen legen. Ik wierp een schuine blik naar R. en trok (naar alle eerlijkheid) mijn wenkbrauwen op. Even later mengde ook de veel-te-jonge-vriend van de vrouw zich in het gesprek. Hij vroeg hoe het met de man ging.

'Nou ja, de laatste tijd gaat het niet zo goed. Mijn zoon is onlangs overleden.'

'Jeetje! Wat heftig!'

'Hij heeft zichzelf opgehangen. Een paar weken geleden. Nu weet ik niet goed meer wat ik moet doen.'

'Jezus, man.'

'Maar goed. Ik neem de asbak wel mee. Ik ga hem legen. Tot ziens!'

'Nou, het minste wat ik dan voor je kan doen is even de deur open houden!'

En zo eindigde het gesprek. De man liep weg om de asbak te legen. De vrouw met het oranje haar en haar veel-te-jonge-vriend-met-Uggs verlieten de rookruimte met een sip gezicht. Ik keek naar R.
Ik zei alleen: 'Waarom?'

En R. zei: 'Als ik die man was geweest, had ik nu ook in de Ikea rondgehangen.'

maandag 24 oktober 2011

Well you said that we would still be friends.

Ik ben helemaal niet zo'n meisje wat alleen maar luistert naar top40-muziek.
Maar dít nummer, dit is echt mooi. Het is een beetje toepasselijk, maar daar kan ik verder niet over uitwijden (sommige dingen kun je nu eenmaal niet op een weblog zetten, ook al zijn er van die mensen die geloven dat ze alles er op durven te zetten).

(...)
But you didn't have to cut me off.
Make out like it never happened,
And that we were nothing.
And I don't even need your love.
But you treat me like a stranger,
And that feels so rough.
(...)

donderdag 20 oktober 2011

Maar ik bén mevrouw F. helemaal niet!

Ik ben wel eens eerder gebeld door telemarketeers (zo spel je dat toch?) op mijn mobieltje.
Onder andere door een mevrouw die mij herenonderbroeken wilde verkopen. Dat gesprek liep helemaal uit de hand, want ik durfde niet zomaar op te hangen (dat vond ik toch wel erg onbeschoft) en de tele-mevrouw bleef maar doorgaan ('Maar u heeft toch zeker wel een vriend die ondergoed nodig heeft?').

Dat moest ik voortaan maar beter aanpakken.

Na de mevrouw van de herenonderbroeken ben ik eigenlijk niet meer gebeld door vervelende verkopers. Tot afgelopen week. Er stond 'onbekend nummer' op het schermpje van mijn mobieltje. Ik was toch wel nieuwsgierig, dus ik nam op.

'Hallo! Met Vera!'

'Goedenavond, u spreekt met meneer G. van het Diabetesfonds.' (en daar gingen de alarmbellen af, dit was een telemarketeer en dit zou ik goed gaan aanpakken)

'Hallo...'

'Spreek ik u op een goed tijdstip?'

'Nou, eigenlijk niet.' (en dat was ook wel zo, want mijn patatjes lagen koud te worden)

'Zou ik u dan misschien op een ander tijdstip terug kunnen bellen?'

'Nou, meneer... Ik ben eigenlijk helemaal niet geïnteresseerd in verkoop via de telefoon.' (ik vond mijzelf heel duidelijk en heel dapper nu)

'Maar mevrouw... U heeft u zelf opgegeven voor meer informatie over het Diabetesfonds!' (wat een volhouder, dacht ik)

'En hoe had ik dat dan moeten doen?' (ik dacht: misschien sta ik in een of ander vuil telemarketeerregister)

'Nou, u heeft gewoon uw gegevens ingevuld op het formulier.'

'Nou, dat heb ik helemaal NIET gedaan!' (ik werd nu een beetje gemeen, maar dat heb je nodig bij telemarketeers)

'Maar... Maar bent u dan niet mevrouw F. uit Rijswijk?'

'Mevrouw F.? Nou, nee.'

'Oh, wat erg! Het spijt me verschrikkelijk! Ik denk dat mevrouw F. een verkeerd nummer heeft opgeschreven. Sorry! Dag!'

En dat was het dan. Het duurde een paar seconden, maar plotseling realiseerde ik mij dat dit misschien helemaal geen telemarketeer was geweest. Dit was gewoon de aardige meneer G., die dacht goed te doen door mensen te bellen die graag wat extra informatie wilden over het Diabetesfonds. Ik was gemeen geweest tegen een vrijwilliger van het Diabetesfonds. Waarschijnlijk was mevrouw F. een net dametje van in de tachtig die zelf niet meer wist wat haar mobiele nummer was.

Ik voelde me heel erg schuldig.

Gisteravond werd ik opnieuw gebeld door een 'onbekend nummer'.

'Hallo! Met Vera!'

'Hallo, u spreekt met meneer D. van Brugmans Keukens. Spreek ik met mevrouw F.?'

'Nee! En ik woon ook niet in Rijswijk!'

'Niet? Wat raar? Hier staat overigens Driebergen en geen Rijswijk. Sorry voor het ongemak! Dag!'

En dat was het dan weer. Driebergen en Rijswijk liggen heel dicht bij elkaar, dus ik denk toch dat het weer diezelfde mevrouw F. moet zijn geweest.

Waarom strooit mevrouw F. toch overal mijn nummer rond?

maandag 17 oktober 2011

Vakantie.

Jawel, de vakantie is begonnen. Het is maar een weekje, maar daar denken we nu niet aan.

Afgelopen vrijdag heb ik de vakantie ingeluid door een kopje koffie te drinken met vriendin H. in mijn favoriete koffiezaakje. Daarna heb ik een motortochtje gemaakt met R. en vriend M. en zijn we gestrand in een Irish Pub zonder Ieren.
Zaterdagavond ben ik naar All Stars 2 geweest en gisteravond ben ik uit eten geweest met R. en nam ik een toetje zonder ijs. Black Russian Coffee.

Maar vandaag... Vandaag is het tijd voor de harde realiteit.

Vanavond komt vriendin C. voor een theefeestje en vóór die tijd is er iets waar dringend aan gewerkt moet worden. Ik zal nu wel moeten. Het is onvermijdelijk en verschrikkelijk en bovenal zeer tijdrovend.

Ik ga mijn kledingkast opruimen.

Ik probeer het iedere drie maanden en het kost me bloed en zweet en tranen en het mislukt iedere keer weer. Mijn kleren slingeren door de kast. Sommige kledingstukken heb ik al jaren niet gedragen en vind ik in de hoekjes van de kast. Ik maak soms wel eens stapels, maar die vallen om en dan laat ik het maar zo. Ik schaam me ervoor. De kledingkast van vriendin C. is altijd netjes. Waarom kan ik dat ook niet? Het is toch niet zo moeilijk om alles op te hangen of op te vouwen. Waarom slinger ik alles maar in het rond?

Vandaag probeer ik het gewoon weer. Vriendin C. komt over een paar uurtjes en ik ben nog niet eens aangekleed (vakantie, hè). Ik moet ook nog eten koken, afwassen en kleding wassen. Maar die kledingkast ga ik grondig onder handen nemen.

Kleren, ik lust jullie rauw.


donderdag 13 oktober 2011

Om even te delen.

Ik moet stiekem altijd een beetje huilen van dit liedje.
Er zijn maar weinig nummers die dat voor elkaar krijgen, dus dat is best bijzonder.

Ik weet niet wat ik er precies zo mooi aan vind. Het doet me denken aan de film (500) Days Of Summer en die vond ik erg mooi. Het ritme is goed. Het is niet vrolijk, maar ook niet héél verdrietig.

Het gepaste woord is misschien 'melancholie':
'Een gemoedstoestand die neigt naar depressie en zich kenmerkt door een verdrietige kijk op het verleden of een onvervuld verlangen.'

Een onvervuld verlangen. Dat is pas poëtisch.


dinsdag 11 oktober 2011

Drink met mate.

Een paar uurtjes geleden schreef ik nog dat er weinig te beleven viel de laatste tijd. Daar is net wel even verandering in gebracht. Niet veel, maar iets.

R. en ik wonen inmiddels al meer dan een jaar gelukkig samen. De buurt is best leuk en gezellig. Het enige jammere is dat er veel alchoholisten wonen. Ik weet niet goed waarom, maar het zijn er veel. Zoals oudere mannen voor mij in de rij bij de Albert Heijn, die goedkoop bier kopen. Later kom ik ze tegen op de parkeerplaats. Met trillende handen scheuren ze het folie open en drinken een biertje op de motorkap van hun auto. En nee, dit is geen zeldzaam incident.

Ik zie het iedere dag.

Soms zitten R. en ik op de bank en kijken we uit het raam en naar de dronkelappen. We hebben er al eens een tegen een lantaarnpaal zien lopen en midden op de weg zien zitten en er was er ook een die heel hard ging zingen. Meestal zijn het mannen. Maar vanavond niet.

Ik was wasgoed aan het verzamelen (heel burgerlijk) en R. wilde net een potje gamen, toen ik plots geschreeuw buiten hoorde. 'Luister!' riep ik naar R. en het geschreeuw werd steeds harder. R. pakte zijn pakje Marlboro en rende naar het balkon en ik rende er achteraan.

Want wij zijn echte ramptoeristen.

Er waren een vrouw en een man en een hond op straat. De vrouw schreeuwde het hardst.

'JE VERZIEKT M'N LEVEN. TIEF OP. K***** OP!'

'Je bent gewoon een alchoholist! Zelfs je vader zegt 't!'

'TIEF OP! K***** OP! OPGEK******!'

De man riep iets terug, en toen...
FLATS! De vrouw mepte de man vol in zijn gezicht met haar tas. De klap galmde door de straat en alle buren hingen uit het raam en de man verloor nu ook bijna zijn geduld. Ze sloeg hem opnieuw, weer met haar tas, en ze schreeuwde heel hard.

'OPGEK******! JE HEBT M'N LEVEN VERZIEKT. JE HEBT M'N LEVEN VERZIEKT. FUCK OFF. GEEF ME M'N AUTOSLEUTELS. NU! GEEF ME GODVERDOMME M'N AUTOSLEUTELS.'

De man zei:

'Die zitten gewoon in je tas.'

Toen kwamen er twee mannen in fluoriserende gele jasjes aanlopen. Zij waren van de Buurtpreventie. Ik vond dat wel lachwekkend, want ik snapte niet dat iemand zonder wapens deze vrouw durfde te benaderen. De man liep weg met de hond en de vrouw liep de andere kant op. De Buurtpreventie besloot de vrouw te volgen.

Verderop ging ze huilend in een hoekje zitten en toen vond ik haar plots toch best zielig.

De wereld is verpest.

Ik heb al een paar dagen niet geschreven.
Eerlijk gezegd viel er niet veel leuks te vertellen. Nou ja, een beetje wel. Ik heb bijvoorbeeld een heel leuk weekend gehad en ben naar mijn favoriete coverband geweest in een hele warme kroeg met heel veel mensen en sigarettenrook.

Daarnaast heb ik vanmiddag een heerlijk kopje koffie gedronken in Rotterdam (sommige kopjes koffie overtreffen anderen gewoon) en ben ik opnieuw de fantastische boeken van Khaled Hosseini aan het lezen (die man kan zó goed schrijven). Overigens heb ik weer bijna ruzie geschopt op school, ditmaal omdat ik verplicht op schoolreis moet. En ik ben de Boze Blinde opnieuw tegengekomen. En ze was opnieuw erg boos.

Nee, de afgelopen week was niet spectaculair. Ik heb geen bijzondere verhalen uit het openbaar vervoer voor jullie en mijn buren hebben ook niets vreemds gedaan.

Gisteren was echter wel een hele bijzondere dag. Je kon namelijk Niet Pingen. Het befaamde systeem van de Zwarte Bes lag plat. Niet dat het mij iets kan schelen. Ik heb geen Ping en ook geen What's App en zelfs geen internet op mijn mobiel. Ik heb een prepaidtelefoon en daarop kost internet een euro per minuut. Maar de reacties op Facebook (dat heb ik dan weer wel) en op straat waren wel erg leuk:

'OH, M'N BLACKBERRY IS AAN HET UPDATEN. ZOU IK WEER KUNNEN PINGEN?'

Of deze:

'WTF, KUT!!! KAN IK NU DE HELE DAG NIET PINGEN? O MY GOD!'

En deze reactie was ook wel leuk:

'GODVERKAK. NETWERK LIGT ER WEER UIT. TIEVUSNETWERK.'

Het is officieel: de wereld is verpest.

Ik had de reacties enerzijds wel verwacht, maar anderzijds vind ik het diep shockerend. Hoe kan het dat (toch wel) het grootste deel van de Nederlandse bevolking niet meer zonder Ping kan?

Ik vind dat echt een verdrietige zaak.

vrijdag 30 september 2011

The optimist.

Sinds gistermiddag ben ik vrolijk en optimistisch.
Ik weet niet hoe dat komt, want ik ben toch een redelijk pessimistisch iemand. Zo noemen anderen mij tenminste, ik vind dat ik meer realistisch ben (waarom gezellig gaan doen over iets, wanneer er van alles niet aan klopt?).

Allereerst denk ik dat deze vrolijke bui ontstaan is door de zon. Ik doe weer vrolijk gekleurde jurkjes aan en mijn tenen vieren feest in mijn sandalen en ik mag mijn bloemetjeszonnebril weer op. Ik deed hem eerst ook wel op, maar toen keek iedereen mij zo vreemd aan. Zonnebrillen kun je beter alleen op doen, wanneer de zon ook echt schijnt.

Ten tweede heb ik gisteren een bezoekje gebracht aan de kapper.
Dat klinkt heel suf en waarom zou je met mooi weer naar de kapper gaan?

Maar dan hebben we het nog niet over mijn kapper S. gehad.

Mijn kapper S. is de God Van Het Kapsel.
Het is jammer dat hij homo is, anders was ik nooit meer van zijn zijde geweken (sorry, R.!). Bij kapper S. voelt ieder meisje zich een prinses. Hij is zeer oplettend ('heb je iets anders met je make-up gedaan?') en hij houdt van complimentjes ('wat zie je er leuk uit vandaag!'). Hij kan je beste vriend zijn, maar ook zeer streng ('je zorgt niet goed voor je haar!'). Maar boven alles: hij kan knippen. En hoe.

Voordat ik bij kapper S. kwam, krulde mijn pony na iedere knipbeurt alle kanten op. Mijn haar lag erg plat op mijn hoofd en de laagjes zorgden voor vreemde golven in mijn haar. Dat is nu allemaal verleden tijd. Kapper S. knipt, snijdt en creeërt steunhaartjes. Iedere lok moet eerst aan mijn goedkeuring voldoen en hij besteedt gerust een uur aan het perfectioneren van mijn pony.

Oké, nu houd ik erover op. Maar het is echt fantastisch. Iedere vrouw zal mij begrijpen, wanneer ik zeg dat een goede kapper je leven positief verrijkt. Mijn nieuwe kapsel en het mooie weer, maken van mij nog een optimistisch mens. Al moet ik zo wel even huiswerk maken met dit mooie weer en hoest ik me een ongeluk. Ik moet de was echt nog even doen (ik wil morgen Dat Ene Witte Shirtje aan). En ik moet nog afwassen en koken en morgen moet ik werken.

Tja, een beetje pessimisme mag er wel in blijven.

dinsdag 27 september 2011

De Boze Blinde.

De bus stopte bij de halte. Vlak bij de halte stond een draaiorgel. Elke dinsdag staat het draaiorgel daar. Ik houd ook niet zo van draaiorgelmuziek, maar het hoort nu eenmaal zo. Opa's en oma's vinden het leuk.

De deur van de bus zwaaide open en daar was ze: de Boze Blinde.
Ze riep: 'Is dit de bus naar R.?'
De buschauffeuse schreeuwde terug: 'Ja!'
Waarop de Boze Blinde riep: 'IK VERSTA JE NIET. DAT GRAFDING. DAT KUTDRAAIORGEL. DAT POKKEDING.'
De buschauffeuse riep nogmaals: 'JA!'

Toen stapte de Boze Blinde de bus in, samen met haar hulphond. Ze zei opnieuw: 'DAT KUTDING.' En daarna vroeg ze: 'Waar kan ik zitten? Ik zie namelijk niks.' De buschauffeuse was overduidelijk in de war. Ze wees de plek waar de Boze Blinde kon zitten, maar dat hielp natuurlijk niets. De aardige moslimmevrouw die tegenover mij in de bus zat, stond op. Ze vroeg aan een paar anderen of zij op wilden schuiven, zodat er genoeg plek was voor de Boze Blinde en haar hulphond. Daarna liep ze naar de Boze Blinde en zei: 'Ik help u wel.' Om haar naar de plek te begeleiden pakte de moslimmevrouw haar arm.

'BLIJF VAN MIJN ARM!'

'Sorry, mevrouw. Maar ik wilde u helpen om daar te gaan zitten.'

'BLIJF VAN MIJN ARM! ZO WEET IK NIET WAAR IK BEN. BLIJF VAN MIJN ARM.'

De moslimmevrouw ging angstig weer tegenover mij zitten. De Boze Blinde ging uiteindelijk op haar plek zitten en stak ondertussen iemand in zijn been met haar blindenstok en zei tegen de moslimmevrouw: 'Als u aan mijn arm zit, kan ik de blindenstok niet neerzetten. Dan voel ik niet waar ik ben.'
'Sorry.' zei de moslimmevrouw. 'Ik wist niet dat er regels waren.'
Ik vroeg me af waarom de blindenstok zo dringend nodig was in de bus. Ten slotte was de hond er ook nog en hield de moslimmevrouw de Boze Blinde vast.

Ik ben extreem naïef geweest, maar denken we allemaal niet stiekem dat er geen boze gehandicapten bestaan? Ik heb nog nooit een boze gehandicapte ontmoet: blinden, doven en verstandelijk gehandicapten waren altijd erg aardig.
Het is net zoiets als met opa's en oma's en Sinterklaas. Die zijn ook áltijd lief en aardig.

Maar uiteindelijk zijn we ook allemaal maar mensen, hè. Niemand is altijd aardig.

maandag 26 september 2011

Word maar lekker putjesschepper.

Samen met klasgenote S. studeer ik Maatschappelijk Werk en Dienstverlening aan Hogeschool R.
Het is best een leuke studie.
Ik heb zelfs binnen één jaar mijn propedeuse gehaald. Al mijn vakken netjes met een voldoende afgerond en slechts één keer ruzie met een leraar geschopt en al mijn opdrachten op tijd ingeleverd.

Nou, nou. Goed hè?

Maar er irriteert mij iets aan de opleiding. Of beter gezegd, aan de docenten.
Of nog beter gezegd: aan de docenten en de medewerkers en het kantinepersoneel en de managers.

Ze haten mij.

Ik vroeg laatst een docente of zij iets eerder naar mij toe kon komen om mij te helpen. Ze reageerde met: 'Ja, ik weet wel dat je eerder naar huis wilt. Maar (...)'.
Ik wilde helemaal niet eerder naar huis! Ik had hulp nodig! Ik ga nooit eerder naar huis! Daarna zeurde de docente dat alle tassen nog op de tafels stonden (maar mijn tas stond op de grond!) en dat ik maar mijn mobieltje weg moest doen (maar mijn mobieltje zat in mijn tas!).

Later die dag kreeg ik ruzie met de kantinemevrouw. Ik wilde alleen maar een servetje van de servetjesberg voor bij mijn broodje. Echt waar. Ik wist niet dat de servertjesberg klem zat onder haar kassa en dat als ik er aan zou trekken om een servetje te pakken, dat dan haar hele kassa zou omvallen.
De kantinemevrouw werd boos.

Vervolgens kreeg ik ruzie in het kopieershopje. Ik wilde graag een boekje. De leraar vertelde me dat ik het boekje kon kopen in het kopieershopje van de school en dus ging ik naar het shopje. Ik vertelde aan de baliemedewerker dat ik graag het boekje wilde. De man zei: 'Ik heb er nog nooit van gehoord.'
Toen ik vertelde dat de leraar mij nota bene had gezegd dat ik het in het shopje kon kopen, trok de man een wenkbrauw op.

Hij geloofde mij niet eens.

Maar het allerergste overkwam klasgenote S. vandaag.
Ze stuurde een e-mailtje naar een manager van de Hogeschool R. Ze had een simpele vraag. Het onderwerp: haar stageplek. Het was een erg net e-mailtje, zonder valse beschuldigingen en zonder spelfouten.
De manager beantwoordde de e-mail. En het was vreselijk.

De manager beschuldigde haar van alles wat fout kon gaan. Er werden harde opmerkingen gemaakt. Er vonden beledigingen plaats. Ik durf (voor ieders veiligheid) niets te herhalen, maar het was echt HEEL ERG. En ook tamelijk zinloos: klasgenote S. had slechts een vraag gesteld. Leren juffen en meesters je niet dat er geen stomme vragen bestaan en dat iedere vraag goed is?

Zelfs de computers op de eerste verdieping lijken mij nu vijandig aan te kijken. Ik snap wel waar al die 'spookstudenten' en uitvallers vandaan komen. Ik voel me nog net niet weggepest. Ik voel me opnieuw een brugklasser met een Kipling-rugtas. En ik ben toch echt een brave en hardwerkende studente!

Ze willen gewoon niet dat je komt studeren.

zondag 25 september 2011

Danke für die bloemen.

Ik ga wel eens naar Plan C. in Rotterdam.
Het is een café-slash-discotheek-waar-studenten-komen. Er is veel bier, soms live-muziek en er zijn kakkers en meisjes met seksloze kleren. Af en toe is het er best gezellig.

Maar.

Gisteravond vond ik Barbaren in Plan C. Ze kwamen met dozijnen: jongens met glinsterende oorbelletjes en strakke t-shirts en kunstig opgeschoren haar.
Jokertje en Sterretje en Sniper waren er niets bij. Ze waren dronken en rookten sigaretten buiten de rookruimte en sprongen boven op mijn vriendinnetjes. Ik vond het shockerend.
Vriendin C. zei: 'Wat is hier gebeurd? Iedereen wil seks!'

Ik vond het ook niet zo leuk, maar ik danste een beetje en ik dronk wat meer Red Bull. De Barbaren sprongen op en neer op het podium, maar ik negeerde hen. Ik bleef veilig bij mijn vriendinnetjes, in mijn bloemetjesjurk. Ik had een bloemetjesjurk aan, dat moeten jullie weten. Deze:

Toen kwam er een Barbaar en ik was niet meer veilig. De Barbaar drukte me tegen zich aan en schreeuwde in mijn oor.

'IS DAT NOU VEEL WERK?!'

'Wat?'

'OF HET VEEL WERK IS?'

'Wat zég je?!'

'DIE BLOEMETJESTUIN.'

En toen trok hij aan mijn bloemetjesjurk.
Ik seinde 'HELP' naar vriend M., maar hij zag mij niet. De Barbaar werd afgevoerd door een andere Barbaar. Ze rolden naar de rookruimte. Ik rende naar vriend M. en ik zei: 'IK WIL NAAR HUIS.' We gingen en buiten vertelde ik alles aan vriendin C., vriendin A. en vriend M.

Ze plasten in hun broek van het lachen en vonden het de beste versiertruc ooit. Maar voor mij voorlopig geen Plan C. meer.

Volgende week ga ik weer lekker naar de Irish Pub.

woensdag 21 september 2011

Het is toch niet waar?

Hallo.

Ik ben Vera en ik ben twintig jaar.

Hiervoor beschikte ik over een schitterende weblog.
Ik heb daar drie jaar geschreven.
Drie jaar, dat is echt heel erg lang.

Die weblog heeft alles gezien en meegemaakt.

Ik heb over alles geschreven.
Over mijn reis naar Marokko.
De eerste keer dat ik dronken was.
En over al mijn vriendjes en mijn bandjes.
Over mijn diploma-uitreiking en het halen van mijn rijbewijs en die afschuwelijke rijleraar.
Over koffie en Marlboro.
Drie jaarwisselingen.
En samenwonen.
Alle vriendschappen die kwamen en gingen.
Ik heb geheimpjes verklapt en gehuild.
Mijn muziek en passies met de wereld gedeeld.

Ik hield best veel van die weblog, dat moeten jullie weten.

Vanavond sprak vriendin C. de vreselijke woorden: 'Jouw weblog bestaat niet meer.'
Ik moest even een beetje lachen, want dat kon natuurlijk niet waar zijn. Ook al had ik al een tijdje niet meer op mijn weblog gekeken en wist ik dat web-log.nl ging verhuizen en dat ik moeite had met inloggen.
Maar mijn weblog was weg en het was heel erg. Ik weet niet waarom, maar hij is weg.
Mijn handen gingen trillen en ik sloeg mijn blikje Red Bull achterover en even (heel even) rolde er een traan over mijn wang.

Toen sloeg de paniek toe. Drie jaar aan schrijfmateriaal: weg!
Ik wilde gelijk overnieuw beginnen, maar hoe? Hoe moet ik verder zonder al die verhalen? Ik weet het niet goed.

Ik denk ook niet dat ik de verhalen van de afgelopen jaren kan overtreffen. De meeste 'eerste keren' heb ik nu wel gehad. Nu maak ik wc-potten schoon en kan ik spagetti koken en doe ik een serieuze poging tot studeren.

Dat is niet zo spannend, hè.

Maar ik ga mijn best doen.
Laat me maar niet in de steek.