dinsdag 25 oktober 2011

Verdriet in de rookruimte van de Ikea.

Gisteravond besloten R. en ik even langs de Ikea te gaan.
Meestal zitten we vol schitterende woonideeën, maar komen we met niets thuis. En zo ging het gisteravond ook.

Na een teleurstellende zoektocht naar een kast die ons leven zo veel makkelijker zou moeten maken, strandden we in het restaurant met een kop koffie en twee maal een Kassett.

Dat was best sip, te bedenken dat drie bejaarden stiekem nog een poging deden onze Kassett te stelen.



R. wilde ook nog wel graag een sigaretje in de rookruimte van de Ikea roken. Normaal zit daar niemand. Het rookhok heeft namelijk glazen wanden en als roker moet je stevig in je schoenen staan om daar te gaan roken. Er kijken steevast boze ouders met jonge kinderen naar je. Maar gisteravond was dat niet zo. Er waren zo waar twee andere stelletjes in het rookhok en de asbak was overvol (R. vertelde later dat Ikea-medewerkers de asbakken niet mogen legen, omdat dat volgens de reglementen van het anti-rookbeleid hun gezondheid zou kunnen aantasten). Tegenover ons zat een vrouw met oranje haar en blauwe oogschaduw. Naast haar haar veel te jonge vriend met man-Uggs (die dingen zouden sowieso verboden moeten worden).

Er kwam nog een man het rookhok binnen en hij raakte in gesprek met de vrouw met het oranje haar. Ik denk dat ze elkaar kenden. Ze praatten een tijdje over bloemetjes en bijtjes. Hij klaagde over de asbakken.

'Altijd vol die dingen! Altijd hetzelfde liedje hier! In andere zaken hebben ze van die mooie grote prullenbakken voor sigaretten.'

'Ja inderdaad. Het ziet er niet uit.'

'Ik heb wel eens gevraagd of ik hier als vrijwilliger mag komen werken. Om de asbakken te legen. Maar dat mag niet van het bestuur.'

'Oh, echt niet?'

Ik vroeg me af waarom iemand vrijwillig bij de Ikea asbakken zou willen legen. Ik wierp een schuine blik naar R. en trok (naar alle eerlijkheid) mijn wenkbrauwen op. Even later mengde ook de veel-te-jonge-vriend van de vrouw zich in het gesprek. Hij vroeg hoe het met de man ging.

'Nou ja, de laatste tijd gaat het niet zo goed. Mijn zoon is onlangs overleden.'

'Jeetje! Wat heftig!'

'Hij heeft zichzelf opgehangen. Een paar weken geleden. Nu weet ik niet goed meer wat ik moet doen.'

'Jezus, man.'

'Maar goed. Ik neem de asbak wel mee. Ik ga hem legen. Tot ziens!'

'Nou, het minste wat ik dan voor je kan doen is even de deur open houden!'

En zo eindigde het gesprek. De man liep weg om de asbak te legen. De vrouw met het oranje haar en haar veel-te-jonge-vriend-met-Uggs verlieten de rookruimte met een sip gezicht. Ik keek naar R.
Ik zei alleen: 'Waarom?'

En R. zei: 'Als ik die man was geweest, had ik nu ook in de Ikea rondgehangen.'

maandag 24 oktober 2011

Well you said that we would still be friends.

Ik ben helemaal niet zo'n meisje wat alleen maar luistert naar top40-muziek.
Maar dít nummer, dit is echt mooi. Het is een beetje toepasselijk, maar daar kan ik verder niet over uitwijden (sommige dingen kun je nu eenmaal niet op een weblog zetten, ook al zijn er van die mensen die geloven dat ze alles er op durven te zetten).

(...)
But you didn't have to cut me off.
Make out like it never happened,
And that we were nothing.
And I don't even need your love.
But you treat me like a stranger,
And that feels so rough.
(...)

donderdag 20 oktober 2011

Maar ik bén mevrouw F. helemaal niet!

Ik ben wel eens eerder gebeld door telemarketeers (zo spel je dat toch?) op mijn mobieltje.
Onder andere door een mevrouw die mij herenonderbroeken wilde verkopen. Dat gesprek liep helemaal uit de hand, want ik durfde niet zomaar op te hangen (dat vond ik toch wel erg onbeschoft) en de tele-mevrouw bleef maar doorgaan ('Maar u heeft toch zeker wel een vriend die ondergoed nodig heeft?').

Dat moest ik voortaan maar beter aanpakken.

Na de mevrouw van de herenonderbroeken ben ik eigenlijk niet meer gebeld door vervelende verkopers. Tot afgelopen week. Er stond 'onbekend nummer' op het schermpje van mijn mobieltje. Ik was toch wel nieuwsgierig, dus ik nam op.

'Hallo! Met Vera!'

'Goedenavond, u spreekt met meneer G. van het Diabetesfonds.' (en daar gingen de alarmbellen af, dit was een telemarketeer en dit zou ik goed gaan aanpakken)

'Hallo...'

'Spreek ik u op een goed tijdstip?'

'Nou, eigenlijk niet.' (en dat was ook wel zo, want mijn patatjes lagen koud te worden)

'Zou ik u dan misschien op een ander tijdstip terug kunnen bellen?'

'Nou, meneer... Ik ben eigenlijk helemaal niet geïnteresseerd in verkoop via de telefoon.' (ik vond mijzelf heel duidelijk en heel dapper nu)

'Maar mevrouw... U heeft u zelf opgegeven voor meer informatie over het Diabetesfonds!' (wat een volhouder, dacht ik)

'En hoe had ik dat dan moeten doen?' (ik dacht: misschien sta ik in een of ander vuil telemarketeerregister)

'Nou, u heeft gewoon uw gegevens ingevuld op het formulier.'

'Nou, dat heb ik helemaal NIET gedaan!' (ik werd nu een beetje gemeen, maar dat heb je nodig bij telemarketeers)

'Maar... Maar bent u dan niet mevrouw F. uit Rijswijk?'

'Mevrouw F.? Nou, nee.'

'Oh, wat erg! Het spijt me verschrikkelijk! Ik denk dat mevrouw F. een verkeerd nummer heeft opgeschreven. Sorry! Dag!'

En dat was het dan. Het duurde een paar seconden, maar plotseling realiseerde ik mij dat dit misschien helemaal geen telemarketeer was geweest. Dit was gewoon de aardige meneer G., die dacht goed te doen door mensen te bellen die graag wat extra informatie wilden over het Diabetesfonds. Ik was gemeen geweest tegen een vrijwilliger van het Diabetesfonds. Waarschijnlijk was mevrouw F. een net dametje van in de tachtig die zelf niet meer wist wat haar mobiele nummer was.

Ik voelde me heel erg schuldig.

Gisteravond werd ik opnieuw gebeld door een 'onbekend nummer'.

'Hallo! Met Vera!'

'Hallo, u spreekt met meneer D. van Brugmans Keukens. Spreek ik met mevrouw F.?'

'Nee! En ik woon ook niet in Rijswijk!'

'Niet? Wat raar? Hier staat overigens Driebergen en geen Rijswijk. Sorry voor het ongemak! Dag!'

En dat was het dan weer. Driebergen en Rijswijk liggen heel dicht bij elkaar, dus ik denk toch dat het weer diezelfde mevrouw F. moet zijn geweest.

Waarom strooit mevrouw F. toch overal mijn nummer rond?

maandag 17 oktober 2011

Vakantie.

Jawel, de vakantie is begonnen. Het is maar een weekje, maar daar denken we nu niet aan.

Afgelopen vrijdag heb ik de vakantie ingeluid door een kopje koffie te drinken met vriendin H. in mijn favoriete koffiezaakje. Daarna heb ik een motortochtje gemaakt met R. en vriend M. en zijn we gestrand in een Irish Pub zonder Ieren.
Zaterdagavond ben ik naar All Stars 2 geweest en gisteravond ben ik uit eten geweest met R. en nam ik een toetje zonder ijs. Black Russian Coffee.

Maar vandaag... Vandaag is het tijd voor de harde realiteit.

Vanavond komt vriendin C. voor een theefeestje en vóór die tijd is er iets waar dringend aan gewerkt moet worden. Ik zal nu wel moeten. Het is onvermijdelijk en verschrikkelijk en bovenal zeer tijdrovend.

Ik ga mijn kledingkast opruimen.

Ik probeer het iedere drie maanden en het kost me bloed en zweet en tranen en het mislukt iedere keer weer. Mijn kleren slingeren door de kast. Sommige kledingstukken heb ik al jaren niet gedragen en vind ik in de hoekjes van de kast. Ik maak soms wel eens stapels, maar die vallen om en dan laat ik het maar zo. Ik schaam me ervoor. De kledingkast van vriendin C. is altijd netjes. Waarom kan ik dat ook niet? Het is toch niet zo moeilijk om alles op te hangen of op te vouwen. Waarom slinger ik alles maar in het rond?

Vandaag probeer ik het gewoon weer. Vriendin C. komt over een paar uurtjes en ik ben nog niet eens aangekleed (vakantie, hè). Ik moet ook nog eten koken, afwassen en kleding wassen. Maar die kledingkast ga ik grondig onder handen nemen.

Kleren, ik lust jullie rauw.


donderdag 13 oktober 2011

Om even te delen.

Ik moet stiekem altijd een beetje huilen van dit liedje.
Er zijn maar weinig nummers die dat voor elkaar krijgen, dus dat is best bijzonder.

Ik weet niet wat ik er precies zo mooi aan vind. Het doet me denken aan de film (500) Days Of Summer en die vond ik erg mooi. Het ritme is goed. Het is niet vrolijk, maar ook niet héél verdrietig.

Het gepaste woord is misschien 'melancholie':
'Een gemoedstoestand die neigt naar depressie en zich kenmerkt door een verdrietige kijk op het verleden of een onvervuld verlangen.'

Een onvervuld verlangen. Dat is pas poëtisch.


dinsdag 11 oktober 2011

Drink met mate.

Een paar uurtjes geleden schreef ik nog dat er weinig te beleven viel de laatste tijd. Daar is net wel even verandering in gebracht. Niet veel, maar iets.

R. en ik wonen inmiddels al meer dan een jaar gelukkig samen. De buurt is best leuk en gezellig. Het enige jammere is dat er veel alchoholisten wonen. Ik weet niet goed waarom, maar het zijn er veel. Zoals oudere mannen voor mij in de rij bij de Albert Heijn, die goedkoop bier kopen. Later kom ik ze tegen op de parkeerplaats. Met trillende handen scheuren ze het folie open en drinken een biertje op de motorkap van hun auto. En nee, dit is geen zeldzaam incident.

Ik zie het iedere dag.

Soms zitten R. en ik op de bank en kijken we uit het raam en naar de dronkelappen. We hebben er al eens een tegen een lantaarnpaal zien lopen en midden op de weg zien zitten en er was er ook een die heel hard ging zingen. Meestal zijn het mannen. Maar vanavond niet.

Ik was wasgoed aan het verzamelen (heel burgerlijk) en R. wilde net een potje gamen, toen ik plots geschreeuw buiten hoorde. 'Luister!' riep ik naar R. en het geschreeuw werd steeds harder. R. pakte zijn pakje Marlboro en rende naar het balkon en ik rende er achteraan.

Want wij zijn echte ramptoeristen.

Er waren een vrouw en een man en een hond op straat. De vrouw schreeuwde het hardst.

'JE VERZIEKT M'N LEVEN. TIEF OP. K***** OP!'

'Je bent gewoon een alchoholist! Zelfs je vader zegt 't!'

'TIEF OP! K***** OP! OPGEK******!'

De man riep iets terug, en toen...
FLATS! De vrouw mepte de man vol in zijn gezicht met haar tas. De klap galmde door de straat en alle buren hingen uit het raam en de man verloor nu ook bijna zijn geduld. Ze sloeg hem opnieuw, weer met haar tas, en ze schreeuwde heel hard.

'OPGEK******! JE HEBT M'N LEVEN VERZIEKT. JE HEBT M'N LEVEN VERZIEKT. FUCK OFF. GEEF ME M'N AUTOSLEUTELS. NU! GEEF ME GODVERDOMME M'N AUTOSLEUTELS.'

De man zei:

'Die zitten gewoon in je tas.'

Toen kwamen er twee mannen in fluoriserende gele jasjes aanlopen. Zij waren van de Buurtpreventie. Ik vond dat wel lachwekkend, want ik snapte niet dat iemand zonder wapens deze vrouw durfde te benaderen. De man liep weg met de hond en de vrouw liep de andere kant op. De Buurtpreventie besloot de vrouw te volgen.

Verderop ging ze huilend in een hoekje zitten en toen vond ik haar plots toch best zielig.

De wereld is verpest.

Ik heb al een paar dagen niet geschreven.
Eerlijk gezegd viel er niet veel leuks te vertellen. Nou ja, een beetje wel. Ik heb bijvoorbeeld een heel leuk weekend gehad en ben naar mijn favoriete coverband geweest in een hele warme kroeg met heel veel mensen en sigarettenrook.

Daarnaast heb ik vanmiddag een heerlijk kopje koffie gedronken in Rotterdam (sommige kopjes koffie overtreffen anderen gewoon) en ben ik opnieuw de fantastische boeken van Khaled Hosseini aan het lezen (die man kan zó goed schrijven). Overigens heb ik weer bijna ruzie geschopt op school, ditmaal omdat ik verplicht op schoolreis moet. En ik ben de Boze Blinde opnieuw tegengekomen. En ze was opnieuw erg boos.

Nee, de afgelopen week was niet spectaculair. Ik heb geen bijzondere verhalen uit het openbaar vervoer voor jullie en mijn buren hebben ook niets vreemds gedaan.

Gisteren was echter wel een hele bijzondere dag. Je kon namelijk Niet Pingen. Het befaamde systeem van de Zwarte Bes lag plat. Niet dat het mij iets kan schelen. Ik heb geen Ping en ook geen What's App en zelfs geen internet op mijn mobiel. Ik heb een prepaidtelefoon en daarop kost internet een euro per minuut. Maar de reacties op Facebook (dat heb ik dan weer wel) en op straat waren wel erg leuk:

'OH, M'N BLACKBERRY IS AAN HET UPDATEN. ZOU IK WEER KUNNEN PINGEN?'

Of deze:

'WTF, KUT!!! KAN IK NU DE HELE DAG NIET PINGEN? O MY GOD!'

En deze reactie was ook wel leuk:

'GODVERKAK. NETWERK LIGT ER WEER UIT. TIEVUSNETWERK.'

Het is officieel: de wereld is verpest.

Ik had de reacties enerzijds wel verwacht, maar anderzijds vind ik het diep shockerend. Hoe kan het dat (toch wel) het grootste deel van de Nederlandse bevolking niet meer zonder Ping kan?

Ik vind dat echt een verdrietige zaak.